Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 32015R0730
Regulation (EU) 2015/730 of the European Central Bank of 16 April 2015 amending Regulation (EU) No 1011/2012 concerning statistics on holdings of securities (ECB/2012/24) (ECB/2015/18)
Verordening (EU) 2015/730 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (ECB/2015/18)
Verordening (EU) 2015/730 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (ECB/2015/18)
PB L 116 van 7.5.2015, blz. 5–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Van kracht
7.5.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 116/5 |
VERORDENING (EU) 2015/730 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 16 april 2015
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (ECB/2015/18)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 5,
Gezien Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (1), en met name artikel 5, lid 1, en artikel 6, lid 4,
Gezien het Advies van de Europese Commissie (2),
Overwegende:
(1) |
Teneinde de Europese Centrale Bank (ECB) te voorzien van adequate statistieken betreffende de financiële werkzaamheden van de subsector verzekeringsinstellingen in de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de „eurogebiedlidstaten” genoemd), introduceerde Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50) (3) nieuwe statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen. Als gevolg daarvan moet Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank (ECB/2012/24) (4) aangepast worden, teneinde statistische rapportagevereisten vast te stellen voor aangehouden effecten van verzekeringsinstellingen. Om de rapportagelast te beperken, moeten nationale centrale banken (hierna „NCB's” genoemd) bevoegd zijn hun rapportageverplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) te combineren met hun rapportageverplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1374/2014. |
(2) |
Er bestaat een nauw verband tussen de door de NCB's uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) voor statistische doeleinden verzamelde gegevens met betrekking tot aangehouden effecten van verzekeringsinstellingen en de gegevens die de nationale bevoegde autoriteiten (hierna „NBA's” genoemd) voor toezichtdoeleinden verzamelen, zulks uit hoofde van het kader dat werd ingesteld door Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (5). Artikel 70 van Richtlijn 2009/138/EG bepaalt dat de NBA's in hun hoedanigheid van monetaire autoriteiten informatie bestemd voor de uitvoering van hun taken uit hoofde van die richtlijn door mogen geven aan NCB's en andere instellingen met een vergelijkbare taak. Gezien het algemene ECB-mandaat uit hoofde van artikel 5.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken (hierna de „ESCB-statuten” genoemd) om samenwerking aan te gaan met andere instellingen op het gebied van statistiek en voorts om de administratieve last te beperken en takenduplicatie te vermijden, mogen NCB's de uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) te rapporteren gegevens voor zover mogelijk afleiden uit de gegevens die worden verzameld uit hoofde van Richtlijn 2009/138/EG, waaronder nationale wetgeving die die richtlijn implementeert, zulks met inachtneming van de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomsten tussen de betrokken NCB en de betrokken nationaal bevoegde autoriteit. |
(3) |
Het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen, dat werd ingevoerd door Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6) (hierna het „ESR-2010” genoemd), vereist dat de activa en passiva van institutionele eenheden worden gerapporteerd in het land van vestiging. Indien NCB's door verzekeringsinstellingen te rapporteren gegevens afleiden uit gegevens die zijn verzameld uit hoofde van Richtlijn 2009/138/EG, mogen de aangehouden effecten van bijkantoren van verzekeringsinstellingen, wier hoofdkantoren zijn gevestigd in de Europese Economische Ruimte (EER), geaggregeerd worden met die van de hoofdkantoren, zulks om de rapportagelast te minimaliseren. Indien dit het geval is, moet beperkte informatie over bijkantoren van verzekeringsinstellingen verzameld worden om hun omvang en enige resulterende afwijkingen van het beginsel van de ingezetenschap uit het ESR-2010 te monitoren. |
(4) |
Derhalve moet Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) dienovereenkomstig gewijzigd worden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 1 wordt de volgende definitie ingevoegd: „8 bis. „verzekeringsinstelling”: heeft dezelfde betekenis als in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/50) (*1). (*1) Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 36).” " . |
2) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Het volgende artikel 7 bis wordt ingevoegd: „Artikel 7 bis Fusies, splitsingen en reorganisaties In geval van een fusie, splitsing of reorganisatie die de naleving van statistische verplichtingen kan beïnvloeden, stellen de betreffende informatieplichtigen, zodra het voornemen tot het uitvoeren van een dergelijke transactie openbaar geworden is en tijdig voor de effectuering ervan, de desbetreffende NCB, direct of via de betreffende NBA in overeenstemming met de samenwerkingsregelingen, in kennis van de voorgenomen procedures ter nakoming van de in deze verordening neergelegde statistische rapportageverplichtingen.” |
6) |
Het volgende artikel 10 bis wordt ingevoegd: „Artikel 10 bis Eerste rapportage na inwerkingtreding van Verordening (EU) 2015/730 (ECB/2015/18) (*2) 1. De eerste rapportage na inwerkingtreding van Verordening (EU) 2015/730 (ECB/2015/18) vangt aan met gegevens die betrekking hebben op de referentieperiode maart 2015, tenzij anders vermeld in dit artikel. 2. De eerste rapportage door verzekeringsinstellingen op basis van artikel 3, lid 1, vangt aan met gegevens die betrekking hebben op de referentieperiode maart 2016. 3. De eerste rapportage door bewaarnemers op basis van artikel 3, lid 2 bis vangt aan met gegevens die betrekking hebben op de referentieperiode maart 2016. 4. De eerste rapportage door verzekeringsinstellingen op basis van artikel 3, lid 2 ter vangt aan gegevens op jaarbasis die betrekking hebben op het referentiejaar maart 2016. (*2) Verordening (EU) 2015/730 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2015 houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1011/2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (ECB/2015/18) (PB L 116 van 7.5.2015, blz. 5).” " . |
Artikel 2
Wijzigingen van bijlagen I en II van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24)
Bijlagen I en II van Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) worden gewijzigd in overeenstemming met bijlagen I en II bij deze verordening.
Artikel 3
Slotbepaling
Deze verordening treedt in werking op de 20e dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 16 april 2015.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.
(2) PB C 72 van 28.2.2015, blz. 3.
(3) Verordening (EU) nr. 1374/2014 van de Europese Centrale Bank van 28 november 2014 betreffende statistische rapportagevereisten voor verzekeringsinstellingen (ECB/2014/50) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 36).
(4) Verordening (EU) nr. 1011/2012 van de Europese Centrale Bank van 17 oktober 2012 betreffende statistieken inzake aangehouden effecten (ECB/2012/24) (PB L 305 van 1.11.2012, blz. 6).
(5) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Deel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2. |
Deel 2 wordt als volgt vervangen: „DEEL 2 Gegevens inzake door MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers aangehouden effecten met een ISIN-code Voor elk effect met een ISIN-code, dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.3), „beursgenoteerde aandelen” (F.511) dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.52), worden gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel gerapporteerd door financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen of verzekeringsinstellingen en door bewaarnemers onder verwijzing naar door hen aangehouden effecten. Deze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities van bijlage II:
De desbetreffende NCB kan van financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers, rapportage van gegevens voor velden 1 en 3 verlangen in plaats van gegevens overeenkomstig a). In dat geval worden, in plaats van gegevens overeenkomstig b), gegevens voor veld 5 en, indien de desbetreffende NCB zulks heeft verzocht, eveneens voor veld 7 gerapporteerd. De desbetreffende NCB kan van financiële beleggers die deel uitmaken van de MFI's, beleggingsfondsen, lege financiële instellingen, verzekeringsinstellingen en bewaarnemers, ook rapportage van gegevens voor velden 2b, 3 en 4 verlangen.
|
3. |
Deel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
4. |
Deel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
5. |
Deel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
6. |
Het volgende deel 8 wordt toegevoegd: „DEEL 8 Jaarlijkse rapportage door verzekeringsinstellingen van door hen aangehouden effecten met een ISIN-code Voor elk effect met een ISIN-code dat valt onder de effectencategorie „schuldbewijzen” (F.3), „beursgenoteerde aandelen” (F.511) dan wel „aandelen of rechten van deelneming in beleggingsfondsen” (F.52), worden gegevens voor de velden in de hiernavolgende tabel op jaarbasis gerapporteerd door verzekeringsinstellingen onder verwijzing naar door hen aangehouden effecten. Deze worden overeenkomstig de volgende regels gerapporteerd en conform de definities van bijlage II:
|
(1) Indien beschikbaar worden subsectoren van „centrale overheid” (S.1311), „deelstaatoverheid” (S.1312), „lagere overheid” (S.1313) en „socialezekerheidsfondsen” (S.1314) als apart onderscheiden gerapporteerd.
(2) De betrokken NCB kan van werkelijke rapportageplichtigen aparte vermelding vergen van de subsectoren „huishoudens” (S.14) en „instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens” (S.15).”
(3) Voor geaggregeerde gegevens: aantal participaties of geaggregeerde nominale waarde met dezelfde waarde in prijs (zie veld 4).
(4) Indien beschikbaar worden subsectoren van „centrale overheid” (S.1311), „deelstaatoverheid” (S.1312), „lagere overheid” (S.1313) en „socialezekerheidsfondsen” (S.1314) als apart onderscheiden gerapporteerd.
(5) Indien beschikbaar worden subsectoren van „huishoudens” (S.14) en „instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens” (S.15) als apart onderscheiden gerapporteerd.
(6) Indien beschikbaar worden „verzekeringsinstellingen” (S.128) en „pensioenfondsen” (S.129) gerapporteerd als apart onderscheiden.
(7) De betrokken NCB kan van werkelijke rapportageplichtigen aparte vermelding vergen van de subsectoren „huishoudens” (S.14) en „instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens” (S.15).”
(8) Indien beschikbaar worden „verzekeringsinstellingen” (S.128) en „pensioenfondsen” (S.129) gerapporteerd als apart onderscheiden.
(9) De betrokken NCB kan van werkelijke rapportageplichtigen aparte vermelding vergen van de subsectoren „huishoudens” (S.14) en „instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens” (S.15).”
BIJLAGE II
Bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1011/2012 (ECB/2012/24) wordt als volgt gewijzigd:
1. |
De tabel in deel 1 wordt als volgt vervangen:
. |
2. |
De tabel in deel 2 wordt als volgt vervangen:
. |
3. |
Deel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
(*1) Bijvoorbeeld, in geval van een fusie of overname, de overgang naar de overnemende onderneming van financiële activa en passiva die bestaan tussen de overgenomen onderneming en derden.” ”